- ebrunninkhuis
Waarom de teamoudste of beste speler ook ballen zou moeten rapen
Het meest succesvolle land van de Olympische Winterspelen van 2018? Niet Amerika met haar 327 miljoen inwoners. Het was ook niet Duitsland of Canada, met respectievelijk 82 en 37 miljoen inwoners. Het meest succesvolle land tijdens de Winterspelen van 2018 telt slechts 5 miljoen inwoners: Noorwegen. Zij sleepten maar liefst 36 medailles in de wacht.
Toch knap, voor zo’n ‘klein’ landje. De medailles werden vooral gewonnen in het skiën. Het Noorse skiteam domineerde de Spelen. Natuurlijk, de Noren hebben de ideale omstandigheden – bergen, kou, sneeuw – in eigen land. Maar geldt dat niet net zo goed voor een aantal andere landen, die ook nog eens een veel groter bevolkingsaantal en dus een veel grotere groep hebben om talent uit te selecteren?
Een kennis van me stuurde me onlangs een interessant artikel door dat in The New York Times was verschenen na de Winterspelen. Het is al wat ouder, maar ik was door de inhoud verrast dus het hield me nog even bezig. In het artikel zoekt de auteur naar redenen waarom het team zo goed presteert. De conclusie? De successen zijn niet toe te schrijven aan de perfecte trainingsomstandigheden, maar het aan het teamgevoel.
De sfeer in Noorse skiteam wordt gekenmerkt door gelijkheid en respect. De leden van het team vertellen dat er twee regels zijn:
1. In het team is geen plaats voor eikels. Iemand die zich ongemanierd gedraagt is niet welkom. Zelfs niet als hij de allerbeste skiër is.*
2. Er is geen hiërarchie. Er zijn geen kampioenen of nieuwelingen. Elk lid van het team is gelijk.
“No dickheads. No one is bigger than the team. Individual brilliance does not lead to outstanding results. One selfish mindset will infect a collective culture.”
Dat laatste punt wordt mooi beschreven door iemand die nieuw is in het team en vertelt dat hij op de eerste avond dat ze samen eten aan het hoofd van de tafel mag plaatsnemen. Alle teamleden beamen dat er een sfeer van respect is en dat er niet over maar met elkaar wordt gesproken. Als je effectieve training op sommige dagen een run van maar 2 minuten is, dan kun je in alle uren daaromheen maar beter lol met elkaar maken. Je zit toch 250 dagen per jaar met elkaar aan het ontbijt, de lunch en het diner. Soms liggen de skiërs zelfs naast elkaar in bed. De Noorse kampioenen kennen weinig luxe en delen hun tweepersoons hotelbed vaak met een nieuweling. Ze vinden dat geen enkel probleem. Iedereen doet zijn best de goede teamsfeer te behouden. En er is een belangrijke traditie: op vrijdagavond is het Taco Night, dan worden er altijd samen taco’s gegeten.
"Als je de kampioenen in je team geen aparte status geeft maar ze inzet om de rest van het team verder te helpen, dan stijg je allemaal naar een hoger niveau."
Allemaal leuk en aardig, maar ga je daar beter van skiën? Het antwoord is: ja. Een goede teamsfeer zorgt volgens de skiërs voor betere resultaten. De goede sfeer maakt volgens hen niet alleen het beoefenen van de sport voor henzelf leuker, maar tilt ook anderen naar een hoger niveau. Iedereen wil hard werken en blijft gemotiveerd. Als je de kampioenen in je team geen aparte status geeft maar ze inzet om de rest van het team verder te helpen, dan stijg je allemaal naar een hoger niveau.
Ik vroeg mezelf af; wat kan een team op een lager niveau hiervan leren? In elk geval is het bemoedigend te weten dat topprestaties voor een groot deel beïnvloed worden door teamgevoel en niet alleen door de grootste budgetten of de beste omstandigheden. Iedereen een gelijke status en behandeling. In een hockeyteam zouden de bankzitter, de invaller of de assistent-coach dezelfde benadering moeten krijgen als de topspelers. Ballen rapen? Hesjes wassen? Bier regelen na de wedstrijd? Dat kunnen de oudste spelers, de topscorer of de coach ook prima doen. Wellicht eens leuk om te kijken hoe dat nu in de teams geregeld is. En dan zou ik meteen vrijdagavond Taco Night introduceren!
* In het boek 'Legacy: What the All Blacks Can Teach Us About the Business of Life' beschrijft Jamer Kerr de 15 principes die ervoor zorgen dat het Nieuw Zeelandse rugbyteam The All Blacks consequent succesvol blijft. Een van de principes is: “No dickheads. No one is bigger than the team. Individual brilliance does not lead to outstanding results. One selfish mindset will infect a collective culture.” Ik raad het boek van harte aan aan de trainers en coaches van de Pieper teams.