top of page
Zoeken
  • ebrunninkhuis

Het mag weer!

Langs mijn hardlooprondje rondom de Kralingse plas ligt Rotterdamse atletiekvereniging PAC. Daar traint op woensdag, vrijdag en zaterdag de jeugd buiten op de atletiekbaan. Ze lopen, springen en werpen, hebben plezier en maken vriendjes.

Toen ik er de afgelopen weken langs liep was het akelig stil op de atletiekbaan. Sterker nog, er was helemaal niemand. Het PAC-complex was gesloten. Het was in haar 125-jarig bestaan nog maar een keer eerder voorgekomen dat er langere tijd niet kon worden getraind en dat was tijdens de Tweede Wereldoorlog.


"Sinds de Corona uitbraak is het PAC-complex was gesloten. Het was in haar 125-jarig bestaan nog maar een keer eerder voorgekomen dat er langere tijd niet kon worden getraind en dat was tijdens de Tweede Wereldoorlog."

Ik vroeg me af wat al die kinderen nu aan het doen waren en kon me daar wel een voorstelling van maken. Vanaf het moment dat we half maart moesten thuiswerken zag ik via schermen bij collega’s namelijk continu kinderen voorbijkomen. Met tekeningen en knutselwerken die mama of papa direct moesten bewonderen. Soms werden ze door collega’s tijdens vergaderingen vermanend toegesproken (‘Jahaaaa papa komt zo, papa moet nu even belangrijk vergaderen’) en soms kwamen ze naast papa of mama zitten om even naar diens collega’s te zwaaien.

Na een paar weken werd er op mijn schermen steeds meer gezucht. Vriendinnen met kinderen die toegaven dat ze uit pure nood af en toe naar het toilet vluchtten om even 10 minuten voor zichzelf te hebben. Collega’s die met hun partner strakke schema’s maakten omdat er niet alleen fulltime gewerkt moest worden, maar ook thuisonderwijs gegeven moest worden. Vrienden die gegeneerd toegaven dat ze sommige van de schoolopdrachten van dochterlief niet begrepen. Mensen die gék werden van het voetballende jongetje in de aangrenzende tuin, of het buurmeisje dat al sinds half 8 ’s ochtends onafgebroken tegen de garagedeur aan stond te tennissen. En zij die het zo met hun kinderen te doen hadden. Want ze misten hun vriendjes zo. En het samen spelen. En opa en oma. Sowieso begon iedereen er steeds vermoeider uit te zien.


"Dat PAC weer op is voor de jongste jeugd is een zegen. Niet alleen omdat het goed is om te bewegen, maar ook een sportclub gezelligheid en structuur biedt."

Toen zo’n twee maanden na het ingaan van de intelligente lockdown weer mijn grote hardloopronde maakte, was atletiekvereniging PAC voor het eerst weer open voor de jeugd. Want omdat het erop lijkt dat kinderen het virus minder makkelijk en minder ernstig krijgen en ook minder overdragen aan anderen, mogen zij als eerste weer in clubverband sporten. Dat is een zegen. Niet alleen omdat het goed is om te bewegen – Nederlandse kinderen bewegen steeds minder en zijn vaker te zwaar. Maar ook omdat sommige kinderen wekenlang geen leeftijdsgenootjes zagen. Omdat ze de gezelligheid en de structuur die een sportclub biedt zo misten. Omdat ze misschien niet de fijnste thuissituatie hebben. Omdat ze zomaar ineens niet meer mochten doen wat ze misschien wel het allerleukst vinden; sporten!

Toen ik op 29 april langs de atletiekbaan liep zag ik blije kinderen én ouders. Bij het hek moesten de ouders achterblijven. Vanaf het hek rende een klein meisje van een jaar of 8 naar binnen, zag na twee maanden haar vriendinnetje weer en viel haar dolenthousiast in de armen. Dat mocht natuurlijk niet (1,5 meter!), maar ik begreep het wel. Het ontroerde me en ik moest er die avond nog een paar keer aan denken.


7 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page